Humor in de bouwkeet

Inmiddels loop ik nu zo’n twee jaar mee in de civiele techniek en wát is het een interessant vakgebied. In de eerste plaats vanwege de mooie en nuttige ‘dingen’ die er bedacht, ontworpen en gerealiseerd worden (bruggen, tunnels, sluizen, snelwegen, waterwegen). Maar zeker ook vanwege de cultuur- en communicatiecomponent. En mocht dat nou net mijn pakkie an zijn. Wij laten de trainees van Jelmer rouleren door drie typen organisaties binnen de civiele techniek (overheid/opdrachtgever, ingenieursbureau en aannemer) om de gehele branche van binnenuit goed te leren kennen. En te ontdekken welke type organisatie het beste bij hun persoonlijkheid, ontwikkeling en ambitie past.

In eerste instantie was dit voor mij een theoretisch verhaal. Inmiddels niet meer en kom ik bij alle soorten organisaties regelmatig over de vloer. En ik kan alleen maar bevestigen.. wat zijn de verschillen groot..! Ik weet, ik mag niet generaliseren, maar oh.. wat is een aantal vooroordelen toch echt waar. De overheid is wat stoffig, ingenieursbureaus kunnen niet snel beslissen en bij een aannemer moet je altijd vroeg beginnen. Dit is wat negatief ingestoken. Omgedraaid kan gezegd worden dat je bij de overheid een overdosis aan vrije dagen hebt (helaas geldt dit niet voor onze trainees bij de overheid), je bij een ingenieursbureau te maken hebt met een diversiteit aan werk en dat je bij de aannemer veel lol hebt.

Dit laatste is helemaal waar. Tenminste.. als je van mannen-humor houdt.. en van ‘ouderwetse-mannen-logica’. Nu moet ik wel een onderscheid maken tussen de cultuur op kantoor en in de bouwkeet. Met name in de bouwkeet is het feest. Ook al lopen hier veel hoger opgeleiden rond, de mores blijft behoorlijk ‘low profile’.  Het is stoer dat je lange werkdagen maakt, je vrouw je boterhammen smeert (en vervolgens dan mopperen dat het niet te eten is), je trots bent op het feit dat je nooit je eigen overhemden strijkt en dat je thuis altijd een opgewarmd prakkie krijgt uit de magnetron. En dat je dit uiteraard in je eentje moet opeten. Het Nieuwe Werken vinden ze onzin (au, dat doet pijn) en zien ze alleen maar als een excuus om je snor te kunnen drukken in het o zo belangrijke werk. Mijn handen kriebelen om deze cultuur een nieuwe impuls te geven. Gelukkig hebben wij daar onze trainees voor die uit een een ander (nieuw soort) hout gesneden zijn. Alhoewel.. je moet van een bijzonder hout zijn om in deze cultuur overeind te kunnen blijven. En van hele flauwe onderbroeken-poep-en-pies humor houden.. Dan ben je trouwens bij mij wél aan het juiste adres.. Dan dat weer wel.. (foto’s uit eigen archief, weet overigens niet zeker of de meest linkse foto als grap bedoeld is..)